zandpoortvest 10
be 2800 mechelen
t +32 15 336 336
m (b) +32 478 811 441
m (d) +32 475 477 478

Christophe Terlinden

 

met kennis van zaken
en connaissance de cause
wissentlich

12 11 > 17 12 2006

Oostende 4 maart 1982 Vortigern

Transit organiseert voor de eerste keer een tentoonstelling met werk van Christophe Terlinden.
Voor Transit ontwikkelt hij nieuw werk dat in de galerieruimte zal te zien zijn.
In de permanentie komen enkele werken uit vorige projekten en tentoonstellingen.

schnaps shots (nederlands)

Als kind werd ik geconfronteerd met wat zich afspeelde aan en rond de keukentafel bij mij thuis. Bij de geurige dampen van soep gemaakt met de verse groenten uit de moestuin zat ik zonder het zelf te weten waartoe het leidde, te tekenen en op een primaire manier te knutselen en te bricoleren. Ik herinner me nog levendig en goed hoe ik de rubberen beschermhoes van de tafel bij ons thuis gebruikte als een haast modernistisch raster waar ik de dieperliggende vierkantjes gebruikte als oriëntatie en “mal” voor tekeningetjes. Bricoleren was een manier om de tijd te doden; een werken aan iets wat niet echt met een voorbedachte intentie op gang werd getrokken. Zondermeer of zoiets.
Het was donker en diep in november, toen plots een hard bonkend geluid tegen de deur ons herinnerde dat het de tijd was van Sinterklaas - die zijn ronde aan het doen was op de gladde daken. We moesten ons in donkere deze tijd van het jaar maar even inhouden en braaf blijven om al het beloofde lekkers en speeltuig niet aan onze neus te zien voorbijgaan. We vonden de Sint met zijn rode cape en vooral met zijn gekrulde vergulde staf een imposante verschijning waarvoor we (terecht) respect dienden op te brengen.
We waren kleine kunstenaars zonder het zelf goed en wel te beseffen en maakten van alles om onze verbeelding in te halen; we werden als het ware overgeleverd aan schnapps-ideeën waarmee wordt bedoeld dat je op een dronken en nevelig moment echt niet meer weet of de dansante gedachten in jouw hoofd positief of negatief zijn. Dat gebeurt pas de “morning after”. Het leven borrelde en deinde verder op de monotone handelingen van bijvoorbeeld het “cirkeltjes” tekenen op een stukje papier en later gebeurde dat wel eens vaker op een bierviltje.
Met enige kennis van zaken stel je deze flux van creativiteit als een klein universum, dat bestaat uit kleine dingetjes tentoon die de tijd weer openen, terugplooien en de bedenking doen sudderen omtrent de vraag wat kunst kan zijn en wat kunst niet is als het niet als kunst wordt bedacht en uitgevoerd. De “witte ruimte” van een galerie kan je dan gebruiken als een optelsom van witte muren, als dragers voor datgene wat je maakt. Ook multimedia is vandaag een handig inzetbaar middel geworden - ik wil het super precies en eenvoudig houden, net zoals het gewone leven zich ook op een vloeiende manier aandient als een meanderend aanstomen van omstandigheden die zich voordoen zonder dat de rechte lijn wordt aangehouden. Een pakketboot strandt op het strand van Oostende, de belettering is verdwenen tot de schamele letters “ink”. Alleen inkt blijft over aan de schamele oppervlakte van de herinnering... en wordt een beeld.

k.l.

click here for images of the exhibition

schnaps shots (français)

Une bonne partie de mon enfance s’est déroulée à la table de cuisine ou autour d’elle.
Entouré des arômes du potage frais que ma mère préparait avec les légumes du potager, je dessinais et je bricolais, d’une façon tout à fait primaire et sans bien savoir où cela me conduisait. Je me souviens en particulier de la nappe en caoutchouc qui protégeait la table et dont la surface présentait un quadrillage quasi moderniste : ses carrés enfoncés me servaient de pochoir qui inspirait et orientait mes dessins. Bricoler était une façon de tuer le temps : je travaillais à quelque chose qui ne répondait à aucune intention préalable. C’était vraiment une occupation « sans plus ».

Il faisait noir, novembre était déjà bien avancé. Soudain, des coups tambourinaient sur la porte ! Et à l’instant, ravis, nous comprenions, savourant la délicieuse découverte : c’était saint Nicolas qui, comme chaque année vers cette période, faisait le tour des maisons et rôdait sur les toits glissants ! Il fallait, à cette époque de l’année, être plus sages que d’habitude et retenir notre jeune fougue pour ne pas rater les friandises et les jouets dont le Saint nous apportait la promesse. Avec sa majestueuse robe rouge, et surtout avec sa crosse dorée dont l’extrémité se recourbait en volute, saint Nicolas nous impressionnait et nous imposait un juste respect. A l’insu de nous-mêmes, nous étions de petits artistes : notre imagination courait au-devant de nous, et nous mettions toutes sortes de choses en place pour la rattraper. Nous étions livrés à des idées-schnaps – vous savez, de ces idées qui, quand vous avez bu, ou quand vous êtes, comme on dit, « dans les vapes », dansent et voltigent dans votre tête, sans que vous puissiez dire encore le moins du monde, si elles sont positives ou négatives : le discernement ne vient que le lendemain. La vie jaillissait et coulait : les petits cercles que je dessinais, geste monotone, sur un bout de papier – et plus tard sur un carton de bière – en imitaient le rythme toujours changeant et toujours le même.

On finit par devenir un peu connaisseur de la chose, et, en tant que tel, par exposer ce flux créateur sous la forme d’un petit univers, composé de petits riens qui rouvrent et replient le temps passé, et qui font mijoter dans l’esprit des questions telles que : « Qu’est-ce qui peut être de l’art, et qu’est-ce qui n’est pas de l’art, quand cela n’est ni pensé ni réalisé comme tel ? » On peut alors mettre à profit l’ « espace blanc » d’une galerie, et utiliser cette somme de murs blancs comme supports pour ce que l’on fait. Le multimédia aussi est devenu de nos jours un instrument intéressant. J’aspire à une précision et à une simplicité extrêmes, tout comme la vie réelle se présente à nous comme un flux : ses circonstances nous arrivent par méandres, elles nous « affluent » sans respect de la ligne droite. Un paquebot échoue sur la plage d’Ostende, son lettrage a disparu et seules restent lisibles les lettres « ink ». Sur l’humble surface du souvenir, il ne reste que de l’encre – et elle devient image.

k.l.

traduction française par Machteld Castelein

click here for images of the exhibition