zandpoortvest 10
be 2800 mechelen
t +32 15 336 336
m (b) +32 478 811 441
m (d) +32 475 477 478

Virginie Bailly: Tablatuur


Le Corps Disloqué P08, 2013, oil on canvas, 180 x 150 cm, foto: Michael De Lausnay

 

ENGLISH

DEUTSCH

NEDERLANDS

Transit Gallery presents the exhibition 'Tablature', a solo presentation of the work of multidisciplinary artist Virginie Bailly (b.1976). The title is meant to lead the audience into possibly experiencing how the artist herself experiences and registers perception. Tablature refers to the musical score for instruments, set in a musical notation which was already in use in the Middle Ages. Here, however, there are no shawms or any other brass instruments. Tablature scores consist of a collection of empty and filled spots on a number of horizontal lines. With this exhibition, the artist, using an alternative annotation method, tries to depict a multitudinous mode of observation. A journey expressed through installations, paintings and drawings.

Galerie Transit präsentiert das fachübergreifende Œuvre der Künstlerin Virginie Bailly (geb. 1976) in einer Soloausstellung unter dem Name “Tablatuur”. Mit der Wahl dieses Titels, regt Bailly den Zuschauer an, sich mit ihrer Art der  Wahrnehmungsaufnahme und deren Registrierung zu befassen. Der Name “Tablatuur” verweist auf eine Notenschrift in der Musik, die schon seit dem  Mittelalter benutzt wird. Hierbei werden auf horizontalen Linien Punkte und Leerzeichen in gewissen Abständen eingetragen. Mit dieser Ausstellung möchte die Künslerin bildlich zum Ausdruck bringen, wie auf unterschiedliche  Weise wahrgenommen werden kann. Das Ergebnis ist ein Parcours aus Kunstinstallationen, Malereien und Zeichnungen.

 

Galerie Transit presenteert met de tentoonstelling Tabulatuur een solo presentatie van het multidisciplinaire oeuvre van kunstenares Virginie Bailly (°1976).  Met de titel reikt Bailly de toeschouwers een mogelijkheid aan hoe zijzelf de waarneming ervaart en registreert. Tablatuur verwijst naar de partituur voor  muziekinstrumenten in een aangepast muziekschrift zoals die al in de Middeleeuwen in zwang was.  Er komen echter geen schalmeien of andere koperen blaasinstrumenten aan te pas. Door de uitvoering van het instrument op papier na te bootsen sluit tablatuur beter aan op het instrument dan de standaardmuzieknotie. Zulke partituren zijn een verzameling van lege en gevulde spots op enkele horizontale lijnen. Met deze tentoonstelling tracht de kunstenares in een alternatieve annotatie te verbeelden hoe er op een meervoudige wijze kan waargenomen worden.

De plek, in het bijzonder de ruïneuze, vormt een belangrijke pijler binnen Bailly’s oeuvre en is expliciet aanwezig in haar installaties waarvan er één op deze tentoonstelling te zien is. Dérives-Ontdubbeling, 2010, Nantes (FR) is een installatie die het meest verwant is met deze op de expositie. Op de oevers van de Loire construeerde ze een lange koker in OSB hout en steigers waar de toeschouwers werden uitgenodigd om de zwart beschilderde koker te betreden. De interieure werkelijkheid richtte zich op een vierkante uitsnede op het einde van de overigens volstrekt donkere tunnel. Deze installatie of liever kijkdoos richtte zich naar de overkant van de rivier waarbij we in de uitsnede een extreme zoom op de fundamenten van een kade te zien kregen. Dit ongewone zicht ontdubbelde de ruimte in haar ruimtelijke dimensies en vervlakte het landschap tot de proporties van een geschilderd beeld.
Iets gelijkaardigs gebeurt er ook in de presentatie van ’Tablatuur’ . Iedere bezoeker moet door een donkere zwarte koker om de tentoonstelling te kunnen betreden, maar anders dan alle andere installaties is de kijkdoos in twee delen opgesplitst. Vooreerst moet de toeschouwer doorheen de volledige galerieruimte lopen waarin tekeningen en schilderijen zijn opgehangen. Deze ruimte is volledig afgesloten van de buitenwereld doordat alle ramen  verduisterd zijn, slechts op het einde van de ruimte opent het tweede deel van de installatie de blik naar buiten. Waar Dérives-Ontdubbeling ons de ingeblikte fundamenten lieten zien, toont de kunstenares ons hier het keurige raster van een bakstenen muur. Deze rasterpatronen roepen reminiscenties op aan de instructieve houtsneden van Dürer om het perspectief in twee dimensies te vatten aan de hand van een geometrisch model. Evenals de perspectivische zienswijze de aanzet gaf tot onze moderne blik op de wereld en de dingen, zo ingrijpend is het meervoudige gezichtsveld van de postmoderne mens. De wil om de werkelijkheid te vatten in haar essentie, zonder te vervallen in een vervlakkende homogene benadering, is sterk aanwezig in het werk van Bailly. Ze streeft een interpretatie van de waarneming na die verwant is met de gelaagde meervoudigheid zoals bij een facetoog. Overtuigd dat dit de enige manier is om de hedendaagse werkelijkheid tegemoet te treden vertaalt deze zienswijze zich onder andere in de reeksen schilderijen en tekeningen Vide-Plein, Interpuncties en Le corps disloqué. Deze series tonen versplinterde optische beelden die meerduidig zijn in hun stratificaties.

Deze meerduidigheid vinden we ook terug in het werk van Gerhard Richter. De overvloed aan beelden waaraan wij dagelijks worden blootgesteld vindt bij hem een neerslag in een omvangrijk oeuvre dat weigert zich te laten determineren in categorieën als figuratief, abstract of abstraherend. Vooral met zijn Cage-schilderijen uit 2006 kruisen beide kunstenaars hun wegen. Voor deze reeks schilderijen inspireerde Richter zich op de compositie 4:33 van de Amerikaanse componist John Cage. In deze baanbrekende compositie zocht Cage de uiterste grenzen van de muziek op door 4:33 minuten stilte op de bühne te brengen. Schijnbare stilte althans, er rest de toehoorder steeds ruis. Ruis van schuifelende schoenen, ademhaling, gekuch enzovoorts. Deze ruis heeft Richter proberen te vatten in zijn Cage-serie: hij schilderde gedurende enkele dagen zes vierkante doeken van drie bij drie meter om er nadien de verf weer af te schrapen. Voor de toeschouwer blijven slechts de restanten van de verf over. Visuele archeologie van verdwenen lagen verf. Zichtbare ruis. Schilderkunst op de uiterste grenzen van haar bestaan.
Midden in deze picturale traditie vinden we Bailly terug. Nadat de toeschouwer vanuit de eerste zwarte koker de galerieruimte betreedt ziet hij eerst een reeks van twaalf tekeningen (Booths I) die verder bouwen op deze ruis. Enkele jaren geleden begon de kunstenares foto’s te maken op kunstbeurzen. Weliswaar enkel op het specifieke moment van de afbraak wanneer de meeste ruimten of ‘Booths’ al verlaten zijn en slechts de restanten van noeste arbeid en mercantiele activiteiten overblijven. Nochtans ziet Bailly in deze rijen en rijen opengesneden en ruïneuze white cubes de perfecte metafoor voor de meerduidige blik. Ze zijn voor haar een bonte verzameling aan verlaten kijkdozen. Voor deze tekeningenreeks gebruikte ze slechts één beeld uit haar omvangrijke collectie en ging met haarzelf de uitdaging aan om dit ene beeld tot in de oneindigheid  te bevragen. Booths I zijn slechts een selectie van deze bevraging en berusten op enkele gemeenschappelijke kenmerken die we ook terugvinden in haar andere reeksen zoals Le corps disloqué,  Troubler les lointains of Vide-Plein. Dualiteit is een opvallend aspect binnen haar oeuvre, de beelden openbaren en verbergen zich gelijktijdig. Deze contradictie zet de toeschouwer gemakkelijk op het verkeerde been. Humoristische figuratieve elementen zijn vaak een aanleiding om het beeld te betreden om vervolgens in een universum terecht te komen waarin, ’het momentane, labiele evenwicht tussen constructie en deconstructie, verschijnen en verdwijnen is een belangrijk aspect van zowel de tekeningen als de schilderijen. De meervoudige filters waarmee deze beelden zijn opgebouwd geven de indruk dat het beeld elk moment een meer gedifferentieerde vorm kan aannemen of integendeel op het punt staat uiteen te vallen.’ [Frank Maes in De uitdaging van het landschap]. Precies die graad van ‘suspensie’ vormt de kern van Bailly’s beeldonderzoek.

Binnen de reeks werken Interpuncties en het schilderij Le corps disloqué P08 in de centrale ruimte bestaat deze spanning vooral in het lyrisch en gestuele karakter van de toets en de vernietiging van het beeld door de soms overvloedig gekleurde spots erbovenop. Bailly creëert hierdoor een frictie die de waarneming verstoort waardoor de kijker wordt gedwongen na te denken hoe men waarneemt - verwant aan het schilderen en schrapen van verf in Richters Cage-serie. Met deze werken gaat Bailly driest te keer. Als Rembrandts dokter Tulp ontleedt ze het beeld haast anatomisch. Op haar snijtafel fileert ze fotomateriaal van ruïnes, half afgebroken huizen of verwoeste locaties. Op haar eigengereide en duale wijze ontleedt de kunstenares de structuur van het beeld waardoor enkel de essentie overblijft. Met rake penseeltrekken speurt Bailly niet enkel naar het beeld in zijn zuivere essentie, maar exploreert ze ook de grammatica van het schilderen zelf: kleur, compositie, toets en geste. Naast de penseelstreek als bouwsteen, is de geste hierbij van primordiaal belang. De geste absorbeert de grammatica in al zijn facetten door Bailly’s meedogenloze trefzekerheid en is als het gefilterde residu van heterogene waarnemingen.

Zowel het witte onbeschilderde doek als de gekleurde spots in Bailly’s oeuvre lezen als een tablatuur en schijnen me toe als het fenomeen van ‘de witte vlekken’ in de cartografie. Eeuwen lang werden ontdekkingsreizigers geprikkeld door deze blinde vlekken op de kaart. De witte cartografische spots werkten op hen in als een rode lap op een stier. In de roman Hart der duisternis van Joseph Conrad uit het hoofdpersonage Charlie Marlow zijn spijt over het feit dat de blinde vlekken op de kaart van Afrika stilaan ‘ingevuld waren geraakt met rivieren, bergen, meren en plaatsnamen (…) en een gebied vol duisternis waren geworden.’ Deze benadering van Afrika als een gebied vol duisternis is veelzeggend. Marlow beschouwt het continent als donker zodra het vol is: volledig ontdekt, gekoloniseerd en in kaart gebracht. Laat dat nu net de kracht zijn van Bailly’s universum wiens benadering van de werkelijkheid een uitweg biedt uit deze duisternis. Interpuncties als openingen waar de realiteit zichtbaar wordt gemaakt in haar fundamenteel meervoudige plan en waar blinde vlekken weer toegelaten zijn.

Floris Dehantschutter

NEDERLANDS

 

Galerie Transit presenteert met de tentoonstelling ‘Tablatuur’  een solo presentatie van het multidisciplinaire oeuvre van kunstenares Virginie Bailly (°1976).  Met de titel reikt Bailly de toeschouwers een mogelijkheid aan hoe zijzelf de waarneming ervaart en registreert. Tablatuur verwijst naar de partituur voor  muziekinstrumenten in een aangepast muziekschrift zoals die al in de Middeleeuwen in zwang was.  Er komen echter geen schalmeien of andere koperen blaasinstrumenten aan te pas. Tablatuur-partituren zijn een verzameling van lege en gevulde spots op enkele horizontale lijnen. Met deze tentoonstelling tracht de kunstenares in een alternatieve annotatie te verbeelden hoe er op een meervoudige wijze kan waargenomen worden. Een parcours aan de hand van installaties, schilderijen en tekeningen.